De tweede gezamenlijke NVAB/BATL bijeenkomst is weer zeer positief ervaren. De discussies waren (ook tijdens het aansluitende diner) zeer levendig en interactief. Vooral de gedeeltes over de Nederlandse UBS-vragen aan Zwitserland en het (al dan niet) als staatsteun kwalificeren van de ruling met Starbucks, spraken tot de verbeelding.
Hieronder treft u de presentaties en een kort verslag aan van de bijeenkomst over “De strijd tegen brievenbusmaatschappijen en internationale ontwijkingsroutes”. Het programma kunt hier teruglezen.
De strijd tegen brievenbusmaatschappijen en andere internationale belastingontwijkingsroutes
– Kim Demandt (Hertoghs) & Megan van der Linde (Jaeger)De werkelijke zetel van brievenbusmaatschappijen
– Ben van Vlierden (Tilberghien)Inwonerschap in het vizier van de fiscale administratie
– Stijn van Hove (BBI)
Kim Demandt peilt eerst de mening van de aanwezigen over belastingontwijking, uitdrukkelijk ontwijking (binnen de wet zo min mogelijk betalen) versus ontduiking (de wet overtreden). Van de zaal vindt minstens 95% ‘zo min mogelijk belasting betalen’ prima, en slechts een enkele is het eens met de stelling ‘belastingontwijking is onethisch’. Een steekproef onder Nederlanders in de aangifteperiode viel heel anders uit: circa de helft van de ondervraagden vond ontwijking niet kunnen. De opvatting bij velen dat ontwijking onethisch is komt voort uit de fair share gedachte: een ieder moet zijn bijdrage keveren aan de samenleving waar hij van profiteert.
In het kader van de aanpak van belastingontduiking neemt de spreekster een zijstraatje naar agressieve tax planning door de belastingdienst. Denk aan FIOD-invallen in verband met creditcardfraude en de UBS-vragen uit Nederland. Die vragen gaan heel ver, dit riekt naar ‘fishing’. Maar er ligt al wel een eerder verzoek uit de US: ‘Credit Suisse-II’, waarbij ook fishing-achtige vragen zijn toegewezen.
Megan van der Linde neemt het stokje over met de onderwerpen BEPS en staatssteun.
De Starbucksdiscussie zeer complex, de spreekster stelt dat op basis van bekende gegevens de conclusie nog niet kan worden getrokken dat er staatssteun wordt gegeven. Vaststaat dat hoge en variabele royalty-betalingen worden verricht voor de receptuur. Zoals uit de zaal wordt opgemerkt: je betaalt bij Starbucks ook niet zozeer meer voor een uitzonderlijke koffie, maar voor het ‘concept’ Starbucks.
De spreekster vervolgt met een kort intro op de gevolgen van (de) BEPS op de regelgeving in Nederland, waaronder Country-by-Country reporting (CBC). Daar is nu een onderling-overlegbepaling voor, maar dat werkt extreem tijdrovend. Nederland wil graag bindende arbitrage maar daar is onder andere landen weer veel weerstand tegen. Vanaf 2016 zal een verplichting gaan gelden voor grote multinationals om in het kader van CBC een landenrapport aan te leveren, waarin de multinational aangeeft waar welke winst wordt behaald en belast. Als hier niet aan wordt voldaan kan eveneens vanaf 2016 een boete worden opgelegd.
Vervolgens stipt Megan kort enkele onderwerpen aan, waaronder:
- de strijd tegen brievenbusmaatschappij en de Nederlandse trustsector: is het beheer van de vennootschap en het ad hoc invliegen van bestuurders voldoende substance?;
- de ruling praktijk ten aanzien van de vaste inrichting, deelnemingsvrijstelling en transferpricing;
- Starbucks: het Kabinet is in beroep gegaan tegen het oordeel van de Europese Commissie dat sprake is van staatssteun;
- oog voor internationale beginselen en ontwikkelingslanden.
Ben van Vlierden trapt namens de BATL af met een uiteenzetting over de werkelijke zetel van brievenbusmaatschappijen naar Belgisch recht, met als titel “De (werkelijke) zetel van de vennootschap: méér dan een brievenbus”.
De titel verklapt alvast dat er moet méér zijn dan alleen een brievenbus. Voor onderworpenheid oftewel een daadwerkelijke fiscale domicilie is doorslaggevend of voldaan is aan CMC of POEM:
- CMC = ‘center of control and management’;
- POEM = ‘place of effective management’
De spreker betoogt dat het ‘center of control and management’ het belangrijkste criterium is om de fiscale woonplaats van een entiteit te bepalen. De Rechtbank in Leuven oordeelde op 6 april 2012 dat de maatschappelijke zetel (slechts) een weerlegbaar vermoeden is.
Om een Ruling te krijgen over inwonerschap wordt substantie in België vereist. Als twee landen een vennootschap als inwoner beschouwen geldt als ‘tie breaker‘: POEM. De vraag die in dat kader moet worden beantwoord is: is sprake van een functie van het bestuur of slechts een marionettenrol in België?
Stijn van Hove heeft de (on)dankbare taak om de dag af te sluiten. Hij is werkzaam bij de Algemene Administratie van de BBI (Bijzondere Belastinginspectie), vergelijkbaar met de Nederlandse FIOD. Het onderwerp van de afsluiter is ‘Inwonerschap in het vizier van de fiscale administratie’, oftewel de feitelijke fiscale woonplaats naar het oordeel van de fiscus.
De spreker geeft aan dat hij heel geïnteresseerd is naar de uitkomsten van de ‘group request’ uit Nederland over de UBS. In antwoord op eerdere verzoeken uit België werd artikel 26 van het verdrag nog heel eng (beperkt) uitgelegd. De regularisatiemachine (de Belgische inkeerprocedure) draait nu volop, met op de achtergrond het slaan van de trom dat op termijn alle informatie uitgewisseld zal worden en ontsnapping niet mogelijk zal zijn. De US lopen voorop met hun FACTA. Daarmee hebben ze het Zwitserse bankgeheim opengekraakt.
De spreker houdt zich onder meer bezig met inwonerschapsfraude. Dit kan vergaande gevolgen hebben bijvoorbeeld voor de verplichting om sociale verzekeringen te betalen, als sprake blijkt te zijn van werknemers waarvan de werkgever (toch) in België blijkt te zijn gevestigd. Aan de hand van enkele uitgewerkte cases licht de spreker toe waar de discussiepunten liggen met betrekking tot wel of niet fiscaal inwonerschap buiten België. De conclusie van de spreker luidt dat fiscaal inwonerschap belangrijker wordt. Uitwisseling van informatie wordt voornamelijk hierop gebaseerd. Het gevolg daarvan of zal naar zijn verwachting zijn: meer fiscale emigratie, oftewel emigratie op papier door vermogende personen.